Leer in 10 minuten
- Waarom de moderne data-architectuur niet zonder de cloud kan
- Welke vier belangrijke redenen er zijn om de cloud te omarmen
- Wat de belangrijkste tegenwerpingen zijn bij de cloud en hoe je die kan omzeilen
In iedere boardroom wordt tegenwoordig gesproken over de cloud. Er lijken geen twijfels te bestaan over de positieve impact van de cloud op IT, maar toch blijft het onderwerp voor veel organisaties te abstract. Langzaam zien we een tweedeling ontstaan tussen startende ondernemers en ‘traditionele’ bedrijven. Waar veel startups ervoor kiezen om de volledige IT-architectuur in de cloud te ontwikkelen, hebben grotere organisaties moeite om de stap van on-premise naar de cloud te zetten.
Die ontwikkeling is best bijzonder te noemen. Veel organisaties gebruiken data steeds intensiever, meer wijdverspreid en op veel nieuwe manieren. Ze zoeken naar manieren om meer als datagedreven organisaties te opereren. Traditionele vormen van datagebruik, zoals rapportages en dashboards, zijn niet meer toereikend. Er is een groeiende behoefte om de investering in data op zoveel mogelijk manieren uit te baten. Dit zorgt voor een toenemende behoefte bij organisaties om nieuwe data-architecturen te ontwerpen. En juist daarbij biedt de cloud grote voordelen.
Een data-architectuur die deze nieuwe manier van datagebruik moet ondersteunen, moet niet alleen hele grote datavolumes kunnen verwerken en veel verschillende typen gebruikers bedienen. De belasting is ook nog eens erg variabel en onvoorspelbaar. Daarnaast worden we geconfronteerd met een niet aflatende stroom technologieën voor het verwerken, analyseren en opslaan van gegevens en moet een data-architectuur dus flexibel genoeg zijn om daar gebruik van te maken. De cloud kan organisaties helpen om deze uitdagingen het hoofd te bieden en is niet voor niets één van de twee pijlers onder de derde generatie van data architecturen: de moderne data-architectuur.
De vier redenen om de cloud te omarmen
Uiteraard zijn er ook ‘traditionele’ organisaties die de stap wél hebben gezet om hun data-architectuur naar de cloud te brengen. Waarom hebben zij die keuze wel gemaakt? Daar zijn over het algemeen vier belangrijke redenen voor aan te wijzen. We zetten ze voor je op een rij.
1. De on-premise data-architectuur loopt vast
Het datavolume van organisaties groeit ieder jaar harder en de on-premise data-architecturen kunnen niet snel genoeg schalen om hiermee om te gaan. Schalen betekent vaak het kopen van een grotere server en het overzetten van de volledige architectuur naar de nieuwe server. Dit proces is kostbaar en tijdrovend. Schalen in de cloud is een stuk eenvoudiger, doordat er gebruik wordt gemaakt van virtuele servers, en er is sprake van ontkoppeling tussen de dataopslag en de rekencapaciteit. Het opschalen naar meer capaciteit is in de cloud een kwestie van minuten of soms zelfs seconden. Moderne technologieën maken het daarnaast mogelijk om elke gebruikersgroep zijn eigen rekencapaciteit te geven. Daardoor kunnen veel meer gebruikers parallel gebruikmaken van dezelfde data. Bovendien kun je in de cloud niet alleen opschalen, maar ook afschalen. Zo betaal je alleen voor een grotere infrastructuur tijdens piekmomenten. Kies hiervoor wel de juiste cloud services.
2. De nieuwe technologische mogelijkheden ontwikkelen zich enorm snel
Tien jaar geleden bestond een data-architectuur om rapportages en dashboards te voorzien van data. Hiervoor was het voldoende als een data warehouse eens per week of per dag zijn data ververste. Inmiddels gebruiken we de data-architectuur om verbanden in data te ontdekken, voorspellingen te doen, data via het web aan apps aan te bieden en om systemen aan elkaar te verbinden. Er komen voortdurend nieuwe mogelijkheden bij en organisaties moeten dus over de mogelijkheid beschikken om continu te innoveren. Want alleen zo kunnen ze maximale waarde uit hun data blijven halen. De cloud maakt het eenvoudiger om nieuwe technologieën uit te proberen doordat deze met een paar drukken op de knop te gebruiken zijn. Het gebruik van slimme (standaard) koppelingen maakt het ook eenvoudiger om technologieën met elkaar te integreren.
3. De cloud vergt geen grote (hardware) investeringen
De transitie naar een nieuwe on-premise omgeving brengt al snel grote investeringen met zich mee. Je moet nieuwe servers aanschaffen en die moeten in het bestaande netwerk worden geplaatst. Software kun je niet zomaar installeren, want je moet eerst de licenties aanschaffen. Naast die investeringen betaal je ook nog de jaarlijkse onderhoudskosten. In de cloud wordt veelal gewerkt met een pay-per-use model, waarbij je geen investeringen vooraf hoeft te doen. Je betaalt alleen voor het daadwerkelijke gebruik. Zo kun je sneller beginnen en worden de kosten uitgesmeerd over de totale looptijd.
4. IT-infrastructuur is niet de core business
Het onderhouden van een IT-infrastructuur is complex. Je moet servers, firewalls en netwerken configureren en up-to-date houden om goed beveiligd te zijn tegen invloeden van buitenaf. Je moet software installeren en frequent upgraden om beschikking te houden over de nieuwste functionaliteiten. Het grootste gedeelte van dit onderhoud besteed je in de cloud uit aan een dienstverlener, bijvoorbeeld met een platform of software as a service-model. Daarmee beschik je over een platform dat 24/7 online is, met een uptime van meer dan 99,9%. Bovendien beschik je altijd over de nieuwste functionaliteiten van de gekozen technologie doordat de dienstverlener ervoor zorgt dat de laatste update direct voor iedereen beschikbaar is.
De belangrijkste tegenwerpingen en hoe je die kan omzeilen
Als je de hierboven beschreven redenen leest, vraag je je mogelijk af waarom niet iedere organisatie zijn data-architectuur migreert naar de cloud. Dat heeft meestal te maken met koudwatervrees. Veel organisaties vragen zich af of hoe veilig, transparant en betrouwbaar de cloud is. We zetten drie veelgestelde vragen op een rij en geven je de antwoorden om je organisatie te overtuigen om de stap te zetten naar de cloud.
Kunnen we voldoen aan wet- en regelgeving met een cloud-omgeving?
Een data-architectuur in de cloud betekent dat de data buiten het ‘eigen’ datacenter staat. Hierdoor heb je niet direct meer de controle over de fysieke veiligheid van je data en ook de virtuele veiligheid wordt voor een deel door de leverancier van de cloud-omgeving geregeld. Dit voelt misschien spannend, maar je besef je dat veiligheid van IT en data een van de kerntaken van deze leveranciers is. Ze hebben dit deel waarschijnlijk beter op orde, dan je het zelf ooit kunt krijgen in je eigen datacenter. De fysieke toegang tot de datacenters is streng beveiligd. Data wordt zwaar versleuteld opgeslagen, waardoor misbruik praktisch onmogelijk is. En met machine learning-technologie worden eventueel datalekken ruim op tijd gedetecteerd. Daarnaast is het belangrijk om scherp te krijgen voor welk deel van de (data) veiligheid je nog steeds verantwoordelijk bent. Afhankelijk van het cloud-model en -technologie die je kiest, moet je bijvoorbeeld zelf nog data versleutelen, data autorisaties inrichten of de laatste security patches installeren. Als laatste moet je de technologie kiezen die past bij je eisen. Zo zijn er oplossingen waarbij je data wordt opgeslagen op een server met meerdere gebruikers, of juist in jouw privéstukje van de cloud. Ook kan het goed zijn om te verdiepen waar de dataopslag plaatsvindt, zodat je data bijvoorbeeld binnen Europa of Nederland blijft.
Verliezen we de controle over de kosten?
Het afstappen van een investeringskostenmodel naar een pay-per-use kostenmodel zorgt voor flexibiliteit en een lage instap, maar maakt ook dat kosten variabel zijn. Voor de financiële afdeling van de organisatie voelt dat mogelijk een groot risico. Daarom is het belangrijk om je te verdiepen in de prijsmodellen van de verschillende clouddiensten. Alle informatie is makkelijk te vinden, maar vaak wat lastiger te begrijpen. Dat komt omdat iedere leverancier zijn eigen manier heeft om het gebruik te meten en te verrekenen. Wanneer het lastig is om het gebruik vooraf in te schatten, kan het helpen om zelf wat ervaring op te bouwen door met een proof of concept of pilot te beginnen. Het grote voordeel van de cloud is dat klein beginnen ook betekent dat je weinig kosten maakt. Maak daar dus gebruik van.
Daarnaast bestaat het beeld dat cloud-leveranciers ook hun brood moet verdienen, en dat het goedkoper is om alles in eigen beheer te houden. Cloud-leveranciers behalen hun winst echter niet door hogere marges op jouw kosten te rekenen. Ze behalen hun winst door het schaalvoordeel en hun expertise. De cloud is gevirtualiseerd, dus iedere fysieke server bedient verschillende klanten die niet allemaal op hetzelfde moment actief zijn. De hardware wordt dus verdeeld over meerdere klanten en omdat die niet allemaal op hetzelfde moment hun (top)gebruik hebben, vallen de kosten per klant lager uit dan wanneer je het allemaal zelf zou regelen. Daardoor is uitnutting van de hardware-investering veel effectiever. Daarnaast is IT-infrastructuur de core business van de leverancier, dus zal hij het beheer veel efficiënter doen.
Worden we niet te afhankelijk van de cloud?
Wanneer de data-architectuur volledig in de cloud draait, is het cruciaal dat je omgeving stabiel en altijd beschikbaar is. In Nederland is het internet erg stabiel, maar in andere landen kan dit een belangrijke reden zijn om niet compleet naar de cloud te migreren, maar te investeren in een hybride omgeving. De nieuwste technieken zijn vaak wel weer vanuit de cloud te managen, waardoor je toch een geïntegreerd geheel houdt. Een voorbeeld: je kunt ervoor kiezen om een bepaald deel van je data-architectuur on-premise te draaien, zodat bijvoorbeeld een vestiging in Brazilië altijd rapportages kan bekijken, ook als het internet eruit ligt. Wanneer je rapportages draait op een machine die verbonden is met de cloud, kan je vanaf één centrale locatie in de cloud zicht houden op de belasting van alle machines (ook die in Brazilië) en vanuit die ene plek security updates uitrollen, zowel binnen de cloud als on-premise.
Vendor lock-in is een andere vorm van afhankelijkheid die organisaties willen vermijden. Je wilt voorkomen dat je te afhankelijk wordt van een leverancier. Daar ontkom je nooit helemaal aan, want een migratie naar een andere technologie kost gewoon tijd en geld. Je kunt de pijn verzachten door te zorgen dat je componenten een open standaard gebruiken. Het pay-per-use model dat cloud-leveranciers gebruiken, zorgt er wel voor dat de vendor lock-in minder aan de orde is. Je zit namelijk nooit vast aan langlopende licenties.
Conclusie
Wereldwijd zetten bedrijven de stap naar de cloud en voor een data-architectuur brengt die stap belangrijke voordelen met zich mee: on-demand schaalbaarheid, makkelijker innoveren, geen grote investeringen vooraf en je besteedt het IT-beheer uit aan een leverancier die er zijn core business van heeft gemaakt.
Er zijn een aantal potentiële beren op de weg, maar je kunt er zelf voor zorgen dat je controle houdt over de situatie. Zoek uit waar jouw verantwoordelijkheden liggen qua veiligheid. Probeer technologie uit om kosten te voorspellen, de juiste technologie te selecteren en de afhankelijkheid van leveranciers te minimaliseren. Door daar vooraf goed over na te denken, kun je tegenwerpingen goed ondervangen en blijven vooral de voordelen over.
Er zijn veel manieren om de stap naar de cloud te zetten, maar niet elke stap levert dezelfde winst op. Een bestaande data-architectuur naar de cloud migreren zonder plan, kost veel werk en levert weinig op. Zorg daarom dat je eerst bepaalt welk deel van je data-architectuur je kunt hergebruiken. En welk deel het waard is om opnieuw te ontwerpen voor de cloud, om zo de kracht van de cloud te gebruiken waar die het meeste oplevert.
Wanneer zet jouw organisatie de stap naar een data-architectuur in de cloud?